duurzaamheidscommunicatie voor grootschaligheid
wie wordt warm van grootschalige (agro-)technologie?27 okt 2021, jo van assche
Eén zeug met biggetjes in de modder buiten in de wei, versus tientallen zeugen met evenveel biggetjes, maar dan in een grote betonnen varkensstal. Families met kleine kinderen die groenten gaan oogsten op de plukboerderij versus een industriële oogstmachine die bonen, wortelen, uien, of aardappelen rooit.
Ik weet niet hoe dat bij jullie zit maar ik word het warmst van de kleinschalige situaties: biggetjes in de modder en kinderen op een plukboerderij. Ben ik louter een kind van mijn tijd, opgegroeid in de jaren ’70, met Small is beautiful. A Study of Economics As If People Mattered van Fritz Schumacher? Schumacher suggereerde toen kleinschalig gebruik van technologie als het alternatief voor een grootschalige economie met een dominante mentaliteit van ‘bigger is better’.
Of zijn die warme gevoelens voor kleinschaligheid universeler, en dus ook voor jullie herkenbaar?
Zolang er wolkenkrabbers in de stad staan
Ik worstel met mijn subjectieve sympathie voor kleinschalige initiatieven in de voedselproductie. We zijn met 7.9 miljard mensen op deze aardbol, waarvan er nog altijd 855 miljoen ondervoed zijn.1 Komt die kleinschaligheid wel tegemoet aan de noden van iedereen? Is een grootschalige aanpak inzake voedselvoorziening niet gewoon noodzakelijk? Carolyn Steel zegt in haar boek The Hungry City (uit 2008): ‘Zolang er wolkenkrabbers in de stad staan, zal er voedsel op industriële schaal moeten geteeld worden.’ De verstedelijkingsgraad blijft zowat overal al ettelijke decennia toenemen. In België is de voedingsindustrie de grootste industriële sector, verantwoordelijk voor één vijfde van de totale omzet van de verwerkende sector. Hoe verzoen ik mijn genegenheid voor duurzame en kleinschalige initiatieven met die realiteit? Kan ik me een aversie tegen grootschaligheid wel veroorloven? Ik besluit om een stap achteruit te zetten en het voedselsysteem vanop afstand te bekijken.
'Zolang er wolkenkrabbers in de stad staan, zal er voedsel op industriële schaal moeten geteeld worden.'
- Carolyn Steel

De voordelen van grootschalige agro-industrie
Een grootschalige voedingsindustrie zorgt voor een antwoord op een grootschalige vraag naar voeding. Een uitvloeisel daarvan is de technologie van genetische modificatie, aldus Joost Dessein, prof. bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent. Volgens hem is er ook een behoorlijke wetenschappelijke consensus over de bioveiligheid en agronomische en nutritionele meerwaarde van dergelijke GGO’s.
Ze kunnen beter tegen droogte, of zonder pesticiden of hebben een hogere resistentie tegen allerlei ziektes. Weer andere, zoals bijvoorbeeld gouden rijst, hebben een uitstekende samenstelling, waarmee nutritionele tekorten kunnen worden aangepakt. Maar niet iedereen is fan. Nog heel wat wetenschappers voelen zich niet goed bij wat zij vormen van ‘genetische manipulatie’ noemen.

Kleinschaligheid als middel tegen de vervreemding
Naast dat grootschalig agro-industrieel complex is er ruimte voor kleinschalige en ambachtelijke initiatieven, zoals stadslandbouw, of gemeenschapslandbouw;
‘community supported agriculture’ in het Engels. In grote en kleine steden overal ter wereld schieten kleinschalige initiatieven als paddenstoelen uit de grond.
Het is makkelijk om warm te worden van ‘eetbare steden’ met voedselproductie in de publieke ruimte, stadsboerderijen, volkstuinen, sociale restaurants met voedsel uit de korte keten, groenteabonnementen, zelfplukboerderijen, fruitautomaten, voedselteams, daktuinen, stedelijke spilvarkens... Zij zijn een middel tegen de groeiende vervreemding tussen stadsbewoners en voedselproductie. Hun nabijheid en toegankelijkheid maken het makkelijk om een goed gevoel te krijgen.
Niet goed snik?
Vanuit de vaststelling dat beide actoren in het voedingssysteem een belangrijke meerwaarde vervullen, wordt waardering voor beiden mogelijk. De oorspronkelijke sympathie voor plukboerderijen, hoeveverkoop, groenten abonnementen, of boerenmarkten blijft onaangetast en staat mijn goed gevoel voor een grootschalige voedingsproductie bovendien niet in de weg.
Ben ik niet goed snik? Zie ik de problemen van de grootschalige voedingsproductie niet? Jawel, mijn appreciatie ontneemt mij mijn realiteitszin niet. Ik erken dat grootschalige voedingsproductie kampt met dierenwelzijn, bodemkwaliteit, stikstofuitstoot, enz. Net zoals de kleinschalige voedingsproductie uitdagingen heeft om pakweg de constante voedselveiligheid te bewaken. Ondanks de problemen zie ik wel de maatschappelijke meerwaarde van beiden. Ja, zelfs die van de grootschalige voedingsproductie: ze levert grote volumes aan voldoende veilig geachte voeding voor het gros van de bevolking, en dat tegen een betaalbare kostprijs.

De vonk met grootschalige voedselproductie
Dat minimum aan sympathie voor de grootschalige agrotechnologie – ingegeven door de maatschappelijke meerwaarde – neemt toe wanneer grootschalige voedingsproducenten ook stappen zetten op weg naar een duurzame voedselvoorziening. Wanneer ze maatregelen invoeren om het dierenwelzijn te bevorderen, de bodemkwaliteit te verbeteren, waterverbruik, kunstmeststoffen of pesticiden te verminderen, investeren in mestverwerking, de uitstoot van koolstof- en stikstofoxiden reduceren, enz.
Een écht goed gevoel krijg ik pas door een geloofwaardig verhaal te horen of te lezen van zo’n ondernemer die op een persoonlijke manier vertelt waarom en hoe hij/zij stapje voor stapje duurzamer aan het worden is. Als bijvoorbeeld een varkensboer vertelt hoe hij de ambitie heeft om varkensvlees te kweken zonder toevoegingen van antibiotica én meer in te zetten op het welzijn van biggen en zeugen. Of als een groenteboer vertelt hoe hij de stap zal zetten naar industriële groententeelt zonder toevoeging van pesticiden én tegelijkertijd zal inzetten op regeneratieve landbouwtechnieken. Wanneer ik die verhalen hoor, is betrokkenheid onvermijdelijk. Ik kan niet anders dan sympathie voelen voor de vooruitstrevende ondernemer die de bekommernissen uit de markt en de maatschappij ter harte neemt.
We nodigen elke ondernemer uit om zijn of haar verhaal te vertellen en we zien het als onze taak als communicatiebureau om dat verhaal tot bij een doelpubliek te krijgen. Wedden dat zo’n publiek ook een emotionele klik kan maken met het verhaal van de ondernemer achter de grootschalige technologie in de voedselproductie?
Meer weten over hoe wij jou kunnen helpen om je verhaal te vertellen?
Vraag ons hier en nu advies of kom langs op onze loft.